Ik heb een verrassing voor je als je mijn huis binnenkomt, appt de man met wie ik eind van de middag een date heb.
Wat zal ik daar op antwoorden?
Je hoeft je geen zorgen te maken, hoor! typt hij tijdens mijn aarzeling.
Ik ga niet raden, schrijf ik terug. Als ik het raad, is jouw verrassing weg.
Normaliter spreek ik de eerste keer nooit bij iemand thuis af, maar in deze tijd van wegens corona gesloten horeca zoeken mensen die willen daten een nieuw normaal. Voor de zekerheid verruil ik mijn shirtje door een exemplaar met een hogere hals en ik trek toch ook maar een vestje aan. Ik geef een vriendin het adres waar ik straks ben en vraag of ze me na het eerste uur even belt. Ze antwoordt dat ze zich gaat uitleven in het verzinnen van een acute noodsituatie.
Jacob is vers gescheiden en woont in een pas gebouwde wijk. De smalle straat is al geplaveid, aan de overkant zijn nog weilanden. Je kunt gewoon half op de stoep parkeren, had hij geschreven.
Terwijl ik de auto afsluit, staat Jacob al in de deuropening van zijn huis.
Zodra ik in de gang sta, vraagt hij glunderend: ‘En? Wat vind je?’
Ik zie een heleboel koekoeksklokken aan een lange muur, een stuk of twintig, schat ik in de gauwigheid. ‘Ze zijn allemaal een beetje verschillend, toch?’ zeg ik.
‘Ze slaan ook allemaal net even anders,’ zegt Jacob.
In het midden van de hoogste rij hangt als enige een modern exemplaar van strak gegoten kunststof, waar ik me onmiddellijk mee identificeer. Niet dat ik zo modern ben, maar ik detoneer net zo hard in de omgeving van Jacob; zoiets weet je vaak al in de eerste minuten van een date.
Ik wijs naar de koorden met dennenappelvormen. ‘Moet je ze handmatig opwinden?’
‘Niet elke dag,’ zegt Jacob. ‘Maar als ik een weekje niet thuis zou zijn, is alles ontregeld.’
We zitten in de woonkamer als de klokken beginnen te koekoeken. Ze zijn er een paar minuten mee bezig om allemaal hun zegje te doen.
‘Ik krijg ze helaas niet helemaal synchroon,’ zegt Jacob.
Wij gaan volstrekt niet synchroniseren, zwijg ik. ‘Slaap je daar ’s nachts doorheen?’ vraag ik.
‘Ik ben eraan gewend,’ zegt Jacob. ‘Weet je al of je blijft eten?’
Omdat ik het cru vind om niet te blijven eten, blijf ik eten. Deze man is geen gevaar, ik app mijn vriendin dat ze niet hoeft te bellen.
Haha, dus hij is leuk? tikt ze.
Dat niet, maar wel grappig.
Tijdens het koken is het best gezellig, maar ik houd afstand. Fysiek ruim een meter in verband met corona, geestelijk zeker een halve hectometer. Als de derde koekoeksriedel het gesprek overstemt, pak ik mijn telefoon.
Wist niet dat leuk en grappig niet hetzelfde zijn, lees ik.
Ben J’s verrassing voor je aan het opnemen, schrijf ik terug. Bel je later vanavond vanuit de auto, dan kun je meegenieten.
Onder het eten laat Jacob me op CataWiki een koekoeksklok zien die hij graag wil hebben. ‘Over een kwartier loopt de veiling af,’ zegt hij. ‘Het is de kunst om zo laat mogelijk een goed bod te doen, dan gaat er niemand meer overheen.’
Bij het toetje wisselt hij zijn plek aan de overkant van de tafel voor een stoel naast mij. ‘Ik vind het echt leuk met je,’ zegt hij.
‘Volgens mij moet je zo die laatste bieding voor je klok doen,’ zeg ik. ‘Anders ben je misschien te laat.’
Hij is de winnaar van de veiling.
‘Gefeliciteerd,’ zeg ik, terwijl ik mijn stoel naar achteren schuif. ‘En dankjewel voor het eten. Ik ga even naar het toilet en dan naar huis, ik moet nog een uurtje rijden.’
Jacob tikt mijn arm aan. ‘We moeten nog evalueren,’ zegt hij.
‘Als iemand na de eerste date wil evalueren, mondt dat meestal uit in een functioneringsgesprek,’ zeg ik zo vriendelijk mogelijk. ‘Wat heb je eraan om te horen waarom iemand geen tweede date wil? Dat is altijd een subjectieve mening. We zoeken allebei iemand die de dingen die wij nu minder leuk van elkaar vinden juist aan alle kanten prachtig vindt. Toch?’
In de gang werp ik een laatste blik op de detonerende klok. Nu pas valt me op dat deze geen dennenappels heeft.
‘Hoe wind je die dan op?’ vraag ik.
‘Hij heeft een sleutel,’ zegt Jacob. ‘Dat wil zeggen, hij had een sleutel. Die ben ik kwijtgeraakt met de verhuizing.’