‘Ik heb mijn nieuwe vriendin op de komkommerafdeling van de Jumbo ontmoet,’ zegt Edzo. Zijn lach klettert mijn iPhone uit. ‘En toen koos ze natuurlijk uiteindelijk voor mijn komkommer.’
We begonnen als date, nu zijn we voor het vierde jaar kennissen die af en toe contact hebben. Als je niet bot wilt zijn, kan het verwateren wat langer duren.
‘Heel cliché.’ Ik doe mijn best om het neutraal te laten klinken.
‘Schrijf je nog blogs?’ vraagt Edzo.
‘Toen hij haar in de supermarkt zag dralen bij de verse groenten, wist hij wat hij die avond wilde eten: stoofschotel met pittige kip.’
Edzo grinnikt. ‘Zo denkt een vrouw,’ zegt hij. ‘Ik ben een man.’
‘Dat was me niet ontgaan,’ zeg ik.
‘Verse stamppot,’ zegt Edzo.
‘Bespaar me het vlees?’ vraag ik hoopvol. 
Dovemansoren. ‘Ze-ker niet vegetarisch.’ Edzo spreekt beide lettergrepen van het woord zeker beklemtoond en met een tussenliggende pauze uit.

 

Terwijl hij hardop diverse varianten worst overweegt, teken ik symmetrische patronen op een rood memovelletje. Ik teken met potlood, niet bevorderlijk voor een duidelijk resultaat. Edzo is zo’n rood papiertje, ik ben een potlood met een stompe punt en de puntenslijper is kapot.
‘Metworst,’ besluit Edzo. ‘Boerenmetworst, nu ik op het platteland woon.’
Boerenlul, denk ik. ‘Fijn voor je, die vriendin,’ zeg ik.
‘Ach ja,’ ratelt Edzo. ‘Een keer per week samen koken, de toestand in de wereld bespreken en daarna neuken. Neuken met mentale inhoud, zegmaar. ‘s Avonds ga ik gewoon naar huis.’ Hij is gehecht aan zijn bed. En hij wil zijn puberkroost nieuwe debacles met vriendinnen besparen. 
Ik wil me niet langer door zijn vrouwonvriendelijke uitspraken op de kast laten jagen. ‘Ben je gelukkig?’ vraag ik.
‘Als je niet al te kritisch bent, is er genoeg op de markt. Ik zie wel hoelang dit duurt. Volgende maand kan het weer totaal anders zijn.’
‘Doe maar lekker stoer,’ zeg ik, toch een beetje in klimstand. ‘Ga nou gewoon eens een keer voor een vrouw, joh.’
‘Haha, en jij dan?’ vraagt Edzo. ‘Bij jou werd het toch ook niks met die, wat was hij ook alweer, architect?’
‘Je kunt er veel van zeggen, maar ik ging er wel voor bij Albert.’ 


afbeelding door Tineke Oosterwijk


Na het telefoontje van Edzo lig ik onder de kast. Figuurlijk dan. Ik bijt een velletje van mijn lip. God, wat ging ik ervoor bij Albert. Net zo’n rationele klojo als Edzo. Hoe rationeler hij werd, des te delicatere volzinnen hij componeerde. ‘Best gek dat we het begrip gevoel toewijzen aan ons hart en het begrip verstand aan de hersenen, aangezien gevoel pas na afgewogen interpretatie een waarde krijgt en dat doorvoelen gebeurt in de hersenen. Dus eigenlijk zit ons gevoel gewoon in het hoofd en niet in het hart.’ 
Het is me opgevallen dat bovengemiddeld intelligente mannen relatief vaak fervente racefietsers zijn. ‘Je voorwiel, het asfalt en de bocht, meer is er op dat moment niet,’ legde zo’n man me een keer uit, toen ik die connectie hardop uitsprak. ‘En daarna heb ik nieuwe inzichten.’ 
Rustig nadenken, dus. De mentale wereld kent op de fiets geen horizon, gevoelens worden net zo lang beredeneerd tot ze op de plek staan waar ze op hun voordeligst zijn. En de volgende dag worden ze op een nieuwe fietstocht resoluut honderdtachtig graden de andere kant op betoogd, als dat ineens beter uitkomt, zo ging dat bij Albert. Dat in mijn perceptie dan een van beide delen van de tegenstelling niet waar kon zijn, was voor hem te hoge wiskunde. ‘Dat ik er gisteren zus over dacht, wil niet zeggen dat ik er vandaag niet zo over mag denken. Ik ben de enige die weet wat ik voel.’ 
Tegenwoordig gaan mijn alarmbellen rinkelen bij Tinder-foto's met een racefiets of een aerodynamische lycra-outfit. 

 

‘s Avonds zet ik de tv aan voor cabaretier Micha Wertheim. ‘We kunnen samen vliegen,’ belooft hij het publiek. ‘Maar dat gebeurt alleen als we samen besluiten te geloven dat we kunnen vliegen.’
De strekking van die zin komt me bekend voor. Ik loop naar de boekenkast. Ilja Leonard Pfeijffer, La Superba. Door mijn opmerkingen in de bladspiegel vind ik de gezochte passage snel terug. Ware liefde is het besluit om voortaan te geloven in de onderhavige fantasie in plaats van te fantaseren, lees ik.
Zal ik mijn dateprofiel veranderen? Ik zoek de man die me kan laten geloven in mijn fantasie. 
Zinloos, dat snappen ze nooit. Mannen denken bij fantasie aan iets heel anders.