In de vakantie ploeterde ik in het huis van kennissen die op wintersport waren. Ik schilderde een keuken en een forse woonkamer. Zelfs professionele verf schermde met loze beloftes, de lange bordeauxrode muur kleurde pas na drie lagen vlekkeloos wit en het plafond met onregelmatig stucwerk was eveneens rampzalig. Eindeloos sleepte ik heen en weer met zware meubels en verfkleden. Pas je op dat je de wanden niet met hartjes beschildert? appte Ervin terug, toen ik een foto stuurde van het slagveld. Hij was in zijn vakantiewoning en op die twee appjes na hadden we geen contact, maar het deerde me niet, ik vertrouwde op zijn toezegging dat we elkaar deze week zouden treffen voor een tweede date. De meeste liedjes op mijn iPod gingen over liefde. Zonnige nummers of zielige, ik zong ze allemaal luidkeels mee.
Vrijdagmiddag had ik de laatste verfspullen schoongemaakt en opgeruimd, in de woonkamer stond het meubilair opgesteld zoals ik het had aangetroffen. Voldaan aanschouwde ik het resultaat. Het was prachtig wit geworden, alsof de wintersporters het sneeuwlandschap mee naar hier namen. Voor het eerst klonk This could be para-para-paradise vanuit mijn broekzak en trilde hartslag. Onwennig keek ik naar de grote witte letters van Ervins naam op het scherm, tot ik me realiseerde dat ik op moest nemen. Zijn stem en lach maakten alles in de kamer nog lichter.
Na een halfuur kletsen, stelde hij voor om in de stad te eten. Ik had een uur, voordat hij aanbelde. Mijn haren en handen zaten onder de verfspatten en mijn nagels hadden betere tijden gekend, maar ik kon snel metamorfoseren. Ik propte de gewone kleren in een plastic tas en fietste in mijn schilderskloffie naar huis.
Daar lag Juul innig verstrengeld met haar vriendje op de bank. Zij waren onbevangen verliefd, prakkiseerden niet over een toekomst, genoten simpelweg van wat er was. Ik benijdde hen om deze paradijselijke houding, boven je vijftigste is je leven gecompliceerd door decennialang gecultiveerde gewoontes en onontkoombare verantwoordelijkheden.
‘Ik heb een date,’ vertrouwde ik ze toe. ‘Zometeen. Dus nu krijgen we die filmscène met de kledingkast.’
‘Mam, wat bedoel je?’
‘Bridget Jones,’ probeerde ik bij Juuls wereld aan te sluiten. Ik plukte een aantal flatterende kledingstukken tevoorschijn en hield ze één voor één omhoog.
‘Deze lange rok of deze apartere? Welk shirt, of een blouse? Vestje?
‘Oh, bedoel je dat, ik dacht al dat je een overdosis verf had opgesnoven.’
Pubers schakelen vooral snel als zij dat willen, niet wanneer jij er als ouder op rekent.
‘Deze pumps zijn het meest elegant.’ Ik schat in dat mijn uitdrukking van dat moment als verlekkerd te omschrijven is. ‘Maar deze lopen comfortabeler op de vrouwonvriendelijke bestrating in het centrum.’
‘Mam, doe die hoge, suède hakken, ze zijn supersexy. Waarom mag ik ze niet van je lenen?’
Ik grijnsde de moedergrijns. ‘Deze panty met rozen of dit motiefje?’
Juul gaf gelaten advies en ik liep met de geselecteerde stukken richting badkamer. Na een paar passen keerde ik om. ‘Niet die andere rok, zeker weten?’
‘Weet je, als hij je écht leuk vindt, maakt het niet uit wat je aandoet. Dan zie je er in alle kleren geweldig uit,’ zei Juuls vriendje.
Hoe kon zo’n snotjoch dat weten, zeventien winters jong, nul komma nul ervaring, eerste vriendinnetje?