Prachtige vrouw ben je, typt hij in de chatbox van Tinder.
Dankjewel, tik ik terug. Dat is een aangenaam begin van de dag. Ik zet er een knipoogsmoeltje bij.
Ik ben bankier. Private banking, zet hij z’n pauwenveren uit. 
Dat is thrillseeking voor mij, een bankier … haha.

 

Inmiddels probeer ik bankmannen en juristen zoveel mogelijk te mijden, ze hebben me iets te veel de instelling van ‘mag niet’ en ‘kan niet’. Maar hé, dit is Tinder, en hij ziet er goed uit. Dat hij een paar jaar jonger is dan ik ben en desondanks een vrouw aan de andere kant van de 55-grens - dan ga je immers al richting het bejaardendom - interessant vindt, streelt mijn ego, laat ik eerlijk zijn. Ik laat hem lekker in zijn pauwenkostuum paraderen en zie wel waar dit toe leidt.


afbeelding door Tineke Oosterwijk

We keuvelen wat over boeken. Antoon Koolen. Vlimmentrilogie, tikt hij.
Streekromans? Ik associeer de Steve Jobs biografie eerder bij een private banker. Journalistenboeken. Thrillers.
Zo zie je maar weer. Bier of wijn?
Wijn. Rood. Stevig.
Jurk of broek? 
Jurk!
String of hipster?
Ai, ik had kunnen weten dat de vorige vragen een veilig opstapje waren. Hipster.
Kussen of niet?
Alleen hoeren kussen niet, toch?
Yess. Ook onder het vrijen?
Altijd zoenen. Overal.

 

De vragen worden steeds explicieter. De bankier ligt al achter me. Voel mijn hand op je borsten, ik kom naar voren en…
Als ik je nog niet in het echt heb gezien, 
verstoor ik zijn fantasie, houd ik niet van dit soort teksten.
Eerst daten, 
tikt hij.
Ik heb zo mijn standaarden.
Daarna sex?
Ik heb iets tegen mannen die het woord seks al niet eens goed kunnen spellen. Ik houd van seks, maar niet met iedereen ;-)
Met mij zeker wel …
Want?
Intelligent, empathie, goed geschapen.
Elke Tinder-vent vindt zichzelf goed geschapen.
Ik 21.2 cm en fier staand.

 

Dit is de tweede meneer die me de maat van zijn piemel doorgeeft. ‘Néé-gen-tien centimeter,’ fluisterde de eerste meneer me destijds in het oor. Het duurde even voordat ik kon stoppen met lachen. ‘Die langgerekte ee in de eerste lettergreep maakt hem onbewust een stukje langer,’ gaf ik als verklaring. Ons ook in andere omstandigheden verschillend gevoel voor humor belette dat we een setje werden.
Bij alles wat met meten te maken heeft, vraag ik me als eerste af: hebben ze daadwerkelijk gemeten wat ze beoogden te meten? Hoe meet je dat fiere maatje eigenlijk? Ja, in erecte toestand, dat begrijp ik ook wel. Maar vanaf welk punt tot welk punt? Google geeft uitsluitsel: je meet aan de buikkant, vanaf het schaambeen tot aan het topje van de eikel. 11-20 cm wordt als ‘normaal’ beschouwd. Ik ga er maar vanuit dat de privaatbankier zijn privégereedschap volgens de geijkte methode het genoemde aantal centimeters heeft toebedeeld.
In mijn referentiekader zoek ik een equivalent voor 21.2 cm. De korte zijde van een A4’tje is 21.0 cm. Zegt de lengte iets? Als slalomkanoër kun je nog zo’n mooie lange lichtgewichtpeddel hebben, maar als je niet op het juiste moment de Duffek-slag weet te maken, verlies je toch de wedstrijd.

 

Die komma twee centimeter, zou die het ‘m nou echt doen, denk je? Twee millimeter?
Misschien raak ik dan net je G-spot.
Ik ga stuk. Weet je waar die zit?
Nog niet.
Helemaal niet, zal hij bedoelen. Daar heb je maar een dwergpiemeltje voor nodig. Ik aarzel een moment. Bedtijd nu voor mij, tik ik dan. Slaap wel.

 

Private banker, denk ik de volgende ochtend. Eindhoven. Sukkel.
Heyy..., 
tik ik naar de A4-meneer. Ik zat te denken, ken je toevallig Theodoor Isselt, uit het Eindhovense bankwezen?
Ja, die ken ik.
Goed katholiek, vier voorletters en een zegelring. Theodoor en zijn vrouw waren lid van de studentenvereniging waar mijn ex en ik ook rondliepen. Mijn ex heeft zijn vrijgezellenfeest georganiseerd. Dat was nog voor de rare verkleedpartijen van nu, Theodoor hoefde alleen maar de hele dag aan elke vinger een nep-zegelring te dragen van een rubberen stempel met een van zijn vier voorletters.
Er komt niets terug. Theodoor is een hotemetoot en zes jaar ouder dan de kommaneukende bankier. Mogelijk zijn baas.
Goh, Nederland is toch eigenlijk een dorp, hè? 
typ ik. Je moet altijd een beetje uitkijken wat je zomaar aan wie prijsgeeft.