Met pianovingers bespeel ik de toetsen van mijn iMac, verbaasd beluister ik de klanken.

 

Bedoeld om alles bij het oude te laten, reikt het automatische spellingscorrectiesysteem me juist nieuwigheden aan. In plaats van conformiteit aan gangbare woorden te verzekeren en mijn fantasie in slaap te sussen, wakkert het mijn inventiviteit. 
De digimuze vertypt zich freudiaans. Als ik inzoomen wil tikken, wordt inzoenen geboren. Bedachtzaam, als met enkel het puntje van de tong, proef ik het nieuwe woord. Het smaakt als goedkoop indrinken ter voorbereiding op een avond seks, die je achteraf onverwacht duur komt te staan.


afbeelding door Tineke Oosterwijk

Sommige profielfoto’s op datingsites ogen als een vakantiebrochure. Veel skylines van steden of zeespiegels en masten, regelmatig zit de meneer in een opendakjesauto. Het kan nauwelijks toeval zijn dat de digitale woord-estheet daar apendakjesauto van maakt, de cabrio doet niet onder voor een apenrots. Een narcist transformeert naar narcis, wellicht omdat het trompetje van het een aan de ander doet denken. Achter hogeropgeleiden verschuilen zich hongeropgeleiden. Knap dat een systeem van nullen en enen die huidhonger aanvoelt.
Daten is onhandig gekunstel. Geknutsel,corrigeert de muze en ook dat woord dekt de lading. We kleuterprutsen wat met schaar en lijm en gaan naar huis met een ontroerend misvormd duplicaat van het prototype dat de juf bemoedigend op het bord hing.

 

En dan staar ik ongerust naar de zojuist gecomponeerde zin. Mijn harteklop verandert in een bonkslag. Hebben de spellingscontroleurs ook een voorzienige blik? Als ik iets over een crush wil schrijven, maakt de autocorrectie er crash van.